Zeef meel, bloem en zout boven een middelgrote kom. Wrijf er 1 el ghee
door en voeg genoeg water toe voor een soepel deeg. Kneed het even op een
met bloem bestoven plank. Rol het deeg uit tot een rechthoek van 60 x 30 cm.
Maak de rest van de ghee zacht en smeer deze over het hele deegoppervlak.
Rol het deeg op en snij het in zes gelijke stukken. Druk
de afgesneden uiteinden van elk stuk deeg dicht, om de ghee erin te houden.
Bestuif werkvlak en deegroller lichtjes met bloem en rol elke deegbal uit tot een
cirkel van ongeveer 15 cm doorsnee. Bestuif elke paratha met bloem.
Verhit een pan met dikke bodem op matig vuur en smelt hierin wat van de extra
ghee. Bak de paratha's 1 voor 1 en druk ze daarbij lichtjes aan met
een schone theedoek of brede spatel, zodat ze beter poffen. Bak ze 1 minuut per kant.