Verwarm de melk tot ± 30°C. Roer de suiker en de gist er door en laat 10 minuten
staan. Zeef bloem en zout en voeg het gistmengsel, gembersiroop, gesmolten
boter en bijna 1 losgeklopt ei toe (1 el achterhouden). Kneden totdat een soepel deeg ontstaat wat
niet meer plakt. 45 Minuten laten rijzen (± 25-30°C) onder een vochtige doek.
Een broodblik (25 cm) insmeren met boter en van binnen bestrooien met kristalsuiker.
Het deeg heel even doorkneden en de greinsuiker met de kaneel door het deeg mengen.
In het bakblik leggen en 30 minuten laten rijzen.
Bestrijken met de rest van het ei en er kristalsuiker over strooien.
Het brood 30-35 minuten bakken in een oven van 200°C (hetelucht 180°C).
Geen greinsuiker? Strooi 150 gr suiker met de kaneel op een snijplank en
druppel er ± 2 el water over: roer het in grove stukken en laat het een paar uurtjes drogen.