Aardappels schillen en koken. Iets af laten koelen en prakken. Mengen met de meel, eieren en kruiden. Alles goed
doorkneden. Het geheel 15 à 20 minuten laten rusten.
Handen en werkoppervlak rijkelijk bestrooien met bloem. Van het deeg dunne sliertjes rollen van 1 cm dik en 3 cm lang. De
uiteindjes horen iets puntig te zijn.
Op een bord of schaal leggen, maar niet OP elkaar, anders plakt het aan elkaar.
Pan water met zout op het vuur laten koken. Nudels steeds met een paar tegelijk in het hete water laten glijden. Als ze
gaan drijven zijn ze gaar en kunnen ze eruit geschept worden. Even uit laten lekken op een theedoek. (Tot aan hier kun je het
desnoods van tevoren voorbereiden. Je moet het wel in de koelkast bewaren.)
Boter smelten in de koekenpan en de noedels zachtjes rondom lichtbruin bakken (als gebakken aardappels).