De suiker en de cacao goed vermengen, het water toevoegen en de massa langzaam verwarmen
en onder nu en dan roeren helemaal laten oplossen, daarna aan de kook
brengen. De oplossing laten inkoken.
De dikte beoordelen door telkens het pannetje
van het vuur te nemen, de lepel erdoor te halen en te letten op de 3 laatste druppels, die van de lepel lopen. Zodra deze korte draadjes met
een bolletje trekken, de massa snel roerend laten afkoelen tot ze begint
te krassen. De massa uitgieten in natgemaakte of beboterde
borstplaatringen of vormen die stevig op beboterd vetvrij (bak)papier gedrukt wordt.
Zodra op de borstplaat witte vlekjes komen, de vorm rechtop zetten en het papier eraf trekken.
De borstplaat laten afkoelen en voorzichtig uit de vorm halen.